Symbool van Leeuwarden
In 1529 startte de bouw van de Oldehove. Het was de bedoeling dat naast de Oldehove een nieuwe kerk zou verrijzen. Deze moest de oude Sint Vituskerk vervangen. Maar daar is het nooit van gekomen. Het zat bouwmeester Jacob van Aaken niet mee, want al tijdens de bouw zakte de toren scheef. Er is nog geprobeerd op de scheve onderbouw loodrecht verder te metselen, maar helaas zonder het gewenste resultaat. De bouw is in 1533 stopgezet en nooit meer hervat. De toren had minstens twee keer zo hoog moeten worden. Bijzondere functies heeft de Oldehove nooit gehad. Toch is de toren een van de belangrijkste symbolen van de stad geworden. Leeuwarders zijn trots op hun Oldehove. ‘A’k de Oldehove niet siën ken, dan foël ik my onwennich’, is een bekend gezegde in het stadsdialect. Sinds 2010 wordt de toren beheerd door het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL).
De Oldehove:
- had twee bouwmeesters: de eerste dertig meter Jacob van Aaken, de laatste tien meter Cornelis Frederiks;
- heeft een hoogte van ruim 39 meter, met opbouw 48 meter;
- hangt 1,99 meter uit het lood en over het geheel 1.68 meter;
- heeft trappen met in totaal 183 treden;
- is gebouwd tussen 28 mei 1529 en halverwege 1533;
- had tot 1599 twee toegangspoorten (één aan de oostzijde en één aan de westzijde)
- had tussen 1916 en 1954 een elektrische lift;
- heeft sinds 2011 een nieuwe lift (tot de eerste verdieping);
De Oldehove:
- heeft nu een voordeur die 72,5 cm hoger ligt dan de huidige ‘achterdeur’;
- mocht in 2017 ruim 28.200 bezoekers verwelkomen, op dat moment een record;
- zag in 2018 (Leeuwarden was Culturele Hoofdstad van Europa) een explosieve stijging tot ruim 65.000(!) bezoekers;
- kent ongeveer 25 torenwachters;
- is een populaire trouw locatie;
- is tussen april en eind oktober dagelijks geopend;
- wordt sinds 2010 beheerd door het Historisch Centrum Leeuwarden.